Stad van de toekomst – We hebben heel veel vakmensen nodig
Imelda Kloosterman geeft, samen met Gert-Jan Koopman, de masterclass ‘Biodiversiteit’ binnen de opleiding Urban Green Development (UGD). ‘Tijdens deze masterclass hebben we het over beplanting, over fauna die je in de stad kunt tegenkomen, kortom zaken waarmee je een visuele relatie mee kan hebben. Het is heel concreet, ik denk dat dit de reden is dat mensen het onderwerp ‘biodiversiteit’ zo leuk vinden.’
Masterclass Biodiversiteit
De masterclass van 4 dagen begint met geschiedenis: wanneer ontstond de belangstelling voor biodiversiteit en waarom? Zij gaat in op het natuurbewustzijn, hoe dit is overgewaaid naar ons land en naar het ontstaan van natuurbeschermingsorganisaties, zoals de Vogelbescherming, rond 1900. Dan komt het internationale, Europese en nationale biodiversiteitsbeleid aan bod. Taaie kost, maar wel belangrijk om te weten. Zeker als je in de Nederlandse openbare ruimte iets wilt betekenen.’
Vervolgens wordt in de masterclass ingegaan op de stand van de biodiversiteit en waarom biodiversiteit belangrijk is. Ook de relatie die de mens heeft met de natuur, hoe belangrijk het is voor onder meer gezondheid en creativiteit, komt aan bod. ‘Hoe een relatie met natuur tot stand komt, daar hebben wij het ook over. Er zijn allerlei wetenschappelijke onderzoeken over dit onderwerp.’
De deelnemers doen ook kennis op over insecten (vlinders, libellen, wilde bijen), amfibieën, reptielen en zoogdieren. ‘In de praktijkopdrachten wordt geleerd over wilde planten. Het is belangrijk daar iets van te weten. Je kunt niet adviseren zonder enige kennis te hebben van wilde planten’, vindt Imelda. ‘Het is goed dat ook hoveniers die al wat langer aan het werk zijn, zich gaan verdiepen in dit thema van wilde planten omdat het in het verleden minder uitgebreid in de opleiding zat.’
Hup, al die tegels eruit
Imelda vervolgt: ‘Wij realiseren ons allemaal dat het warmer wordt en dat er meer water naar beneden komt. Ook weten we dat het groen handvatten kan bieden. Toch zie je in steden vaak het tegenovergestelde gebeuren, vooral bij particulieren. Wij moeten nog veel meer ontstenen. Hup, al die tegels eruit. We moeten nadenken waar we bomen kunnen planten, waar we parken kunnen maken zodat mensen ook op een korte afstand van hun huis andere mensen kunnen ontmoeten en koel kunnen zitten. Ook moeten we niet vergeten dat buiten de steden de druk op de flora en fauna zo groot wordt, dat een heel groot deel daarvan als het ware naar de stad komt om zichzelf te redden. Het landschap wordt zo intensief gebruikt, dat er grotere overlevingskansen zijn in de stad. Amsterdam en Den Haag hebben bijvoorbeeld een aardige vossenpopulatie. Wij moeten ons inzetten om onze bebouwde omgeving zo groen mogelijk in te richten met zoveel mogelijk mogelijkheden voor flora en fauna.’
We hebben heel veel mensen nodig om goed na te denken over vergroening van de stad, om hier goede ontwerpen voor te maken. En we hebben mensen nodig die het groen goed kunnen beheren, zodat we in stand houden wat we maken. Met een insectenhotel bevorder je de biodiversiteit minimaal. Je moet weten waar je zo’n hotel ophangt en vooral ook: waar niet. Het is hartstikke leuk om daaraan te werken. De deelnemers aan UGD zetten zich daar vaak voor in, ik zie dat het mensen zijn die dat belangrijk vinden en ofwel hun werk anders inrichten of de opleiding gebruiken om een overstap te maken naar een functie met invloed op het gebied van biodiversiteit.’
Imelda Kloosterman
Imelda Kloosterman, docent bij Urban Green Development, heeft als het gaat om kennisoverdracht, een rijke staat van dienst. Zij gaf les op verschillende scholen en in meerdere vakken, waaronder biologie. Daarnaast heeft ze vanwege haar grote belangstelling voor groen een bloemistenopleiding en allerlei opleidingen in Boskoop gevolgd. De kennishonger stopte daar niet en in 2006 rondde zij dan ook de opleiding Tuin- & Landschapsoprichting bij Van Hall Larenstein af. In 2007 startte Imelda als docent bij Wellant College in Dordrecht en bleef daar 13 jaar.